COVID-19 mag als A-ziekte behandeld worden
8.6.2021, 16:18 (CEST)
Op Facebook schrijft een gebruiker (hier gearchiveerd) dat de coronamaatregelen in Nederland geen juridische grondslag kennen, aangezien het "Sarscov2 virus NIET op lijst A is geplaatst". Dat zou Tjerk de Haan uit Leeuwarden hebben ontdekt.
Beoordeling
Het bericht klopt niet. COVID-19 staat inderdaad in de Wet publieke gezondheid niet in groep A, maar is wel als dusdanig aangemerkt door toenmalig minister Bruins. En dat is voldoende om de ziekte op die manier te behandelen, aldus artikel 20 van diezelfde wet.
Feiten
Op 28 januari 2020 kopte dagblad Trouw al dat het toen nog onbekende "Wuhan-virus" in Nederland alvast als A-ziekte was bestempeld. Dat had toenmalig minister Bruno Bruins van Volksgezondheid gedaan. Dat bericht klopt. Bruins kwam op die dag met een ministeriële regeling om het coronavirus als een A-ziekte te behandelen. Dat houdt in dat er maatregelen kunnen worden getroffen om de bevolking te beschermen tegen deze ziekte.
Dat alles is vastgelegd in de 'Wet publieke gezondheid'. Hier is te zien dat bijvoorbeeld MERS-CoV en SARS onder groep A vallen, maar het nieuwe coronavirus staat hier inderdaad niet tussen. Dat betekent echter niet dat het niet als een A-ziekte kan worden behandeld. Wie naar artikel 20 van deze wet scrollt, ziet dat de ministeriële regeling van Bruno Bruins hiervoor voldoende is. Artikel 20 lid 1 luidt als volgt:
"Indien het belang van de volksgezondheid dat vordert en in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad, kan bij regeling van Onze Minister een infectieziekte, niet behorend tot groep A, B1, B2 of C, dan wel een ziektebeeld met een volgens de stand van de wetenschap onbekende oorzaak, waarbij een gegrond vermoeden bestaat van besmettelijkheid en ernstig gevaar voor de volksgezondheid, worden aangemerkt als behorend tot groep A, B1 of B2."
Lid 3 bepaalt ook dat in de ministeriële regeling kan worden vastgelegd welke bepalingen van de Wet publieke gezondheid van toepassing zijn op de aanpak van de nieuwe ziekte:
"In de regeling, bedoeld in het eerste of tweede lid, wordt bepaald welke bepalingen van deze wet, die gelden voor de infectieziekten behorende tot de desbetreffende groep, in dat geval van toepassing zijn."
Dat heeft toenmalig minister Bruins in zijn regeling gedaan. Hierin is onder artikel 2 te lezen dat alle bepalingen uit de Wet publieke gezondheidszorg omtrent infectieziekten uit groep A óók van toepassing zijn op de bestrijding van het coronavirus. Dan is er nog lid 4 van deze wet:
"Na het tot stand komen van een krachtens het eerste of tweede lid vastgestelde regeling wordt binnen acht weken een voorstel van wet tot incorporatie van die regeling aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal gezonden. Indien het voorstel van wet wordt ingetrokken of door een der Kamers der Staten-Generaal wordt verworpen, wordt de regeling onverwijld ingetrokken."
Ook hieraan heeft Bruins voldaan. Nog geen vier weken na zijn ministeriële regeling diende hij het wetsvoorstel in. Uit de tijdlijn van het wetgevingsproces blijkt dat deze inderdaad nog niet is aangenomen, maar dat is dus niet nodig voor de geldigheid. Pas als het wetsvoorstel wordt ingetrokken of één van beide Kamers het verwerpt, geldt het ministeriële besluit niet meer. Dat is (nog) niet gebeurd.
Kortom, het feit dat COVID-19 nog niet in groep A volgens de Wet publieke gezondheid staat, betekent niet dat de coronamaatregelen ineens ongeldig zijn. De ministeriële regeling van toenmalig minister Bruins van 28 januari 2020 volstaat om het virus als A-ziekte te behandelen totdat de Kamers hier een oordeel over hebben geveld.
Links:
Artikel Trouw januari 2020 (gearchiveerd)
Ministeriële ‘Regeling coronavirus’ (gearchiveerd)
RIVM over groepen infectieziekten (gearchiveerd)
Wet publieke gezondheid (gearchiveerd)
Wetsvoorstel wijziging Wet publieke gezondheid (gearchiveerd)
Contact met het dpa-feitencheckteam: factcheck-netherlands@dpa.com