12,6% miskramen NEJM-studie in lijn met gemiddelde
2.8.2021, 16:44 (CEST)
Uit een studie van het New England Journal of Medicine (NEJM) zou blijken dat de coronavaccins bij vier op de vijf ingeënte zwangere vrouwen een miskraam veroorzaken. Dat is in verschillende talen te lezen op Facebook (hier en hier gearchiveerd) en werd ook overgenomen op de Nederlandse website Niburu. Van de deelnemende zwangere vrouwen die in hun eerste of tweede trimester (tot 6 maanden) een coronavaccin kregen zou 82% een miskraam gekregen hebben. Van de 127 vrouwen die in hun eerste of tweede trimester een vaccin gekregen zouden er 104 miskramen zijn geweest voor de twintigste week van zwangerschap.
Beoordeling:
De beweringen zijn fout. Van de vrouwen die deelnamen aan de NEJM-studie kreeg 12,6% een miskraam. Dat is helaas een gemiddeld cijfer: miskramen zijn nu eenmaal een veelvoorkomende gebeurtenis. Uit de studie blijkt geen gevaar voor zwangere vrouwen en hun baby die ervoor kiezen ingeënt te worden tegen COVID-19.
Feiten:
Aan de basis van de berichten ligt een studie van het New England Journal of Medicine getiteld 'Preliminary Findings of mRNA Covid-19 Vaccine Safety in Pregnant Persons' dat midden juni online verscheen. Het gebruikt data van verschillende Amerikaanse surveillancesystemen zoals VAERS en het v-safe pregnancy registry.
Via dat laatste waren er 3.958 zwangere deelnemers. Daarvan hadden er 827 een voltooide zwangerschap. Die groep vormt dan ook de basis van de procentuele berekeningen. Van die 827 zwangerschap eindigden er 712 of 86,1% in een levengeboorte. 115 (13,9%) van de vrouwen verloren hun zwangerschap. Die term gaat echter breder dan enkel miskramen. Zo had één vrouw (0,1%) een doodgeboorte. Bij tien vrouwen (1,2%) lag een andere oorzaak aan het verlies van de zwangerschap, waaronder abortus of een buitenbaarmoederlijke zwangerschap.
104 vrouwen (12,6%) kregen een miskraam. Van die groep waren er 96 miskramen (92,3%) in de eerste dertien weken of het eerste trimester. Belangrijk om op te merken is dat het overgrote deel van die 827, namelijk 700 vrouwen, zich in hun derde trimester lieten inenten.
De 82% of vier op vijf zwangerschappen die eindigen in miskraam kloppen dus niet. Maar hoe komt men aan dat cijfer? 127 vrouwen lieten zich in hun eerste of tweede trimester inenten en aangezien 104 vrouwen voor het einde van het tweede semester een miskraam kregen kwam men zo bij de 82% uit.
In die redenering zit een denkfout, zoals Health Feedback ook schrijft. Het houdt immers geen rekening met het feit dat de meeste vrouwen die voor de 20e week van hun zwangerschap werden ingeënt nog steeds zwanger waren op moment van publicatie in de studie. Zij maakten dus geen deel uit van de berekeningen in de studie. Dat halen de auteurs ook expliciet aan: "hoewel sommige zwangerschappen met vaccinatie in het eerste of vroege tweede trimester reeds vervolledigd zijn, is het meerendeel nog lopend." Kortom, de cijfers aan de basis van de 82% houden geen rekening met alle uitkomsten van de zwangere vrouwen die vroeg werden gevaccineerd.
Meeste deelneemsters werden laat in zwangerschap gevaccineerd
Daarovenop moet opgemerkt worden dat slechts een minderheid, 15,4%, van de vrouwen in hun eerste of tweede semester ingeënt werd. In de paper zelf wordt ook aangegeven dat dit een beperking is van de studie.
Er wordt opgemerkt dat het aantal geregistreerde miskramen mogelijks niet de werkelijkheid reflecteert in verhouding tot de vaccinatie aangezien de meesten werden ingeënt toen het risicovolle eerste trimester al voorbij was. Zeer vroege miskramen kunnen ook gemist zijn. Daarnaast zijn de meeste van de vrouwen die wél vroeg werden ingeënt nog steeds zwanger. Verdere opvolging is dus nodig. De auteurs roepen dan ook op dat verdere data over inenting voor of in de vroege stadia van zwangerschap nodig is.
De studie concludeert dat, op basis van de beschikbare data, het aantal miskramen gelijk lijkt te lopen met het aantal in pre-corona studies. Er blijkt dan ook geen oorzakelijk verband of veiligheidproblemen met het gebruik van mRNA-coronavaccins bij zwangere vrouwen.
Miskramen zijn helaas veelvoorkomend
Miskramen zijn nu eenmaal een triest maar veel voorkomende gebeurtenis. Volgens The Lancet is het algemene risico op miskramen ongeveer 15,3%. Dat is ongeveer gelijk met de bevindingen in de studie van het NEJM. De Amerikaanse gezondheidsorganisatie Planned Parenthood legt het risico tussen 10 en 20%. Science Direct noemt een miskraam dan weer de meest voorkomende complicatie bij een zwangerschap.
De Hoge Gezondheidsraad (HGR) in België adviseerde in april 2021 dat het veilig is voor zwangere vrouwen om zich te laten inenten met een mRNA-coronavaccin. In de VS en Nederland geldt datzelfde advies.
Hoewel er geen indicaties zijn dat inenting gevaarlijk zou zijn, kan COVID-19 dat wel zijn voor zwangere vrouwen. Ze lopen een verhoogd risico om een ernstig ziektebeeld te ontwikkelen en op premature bevalling, zoals de HGR opmerkt. Dat is vooral later in de zwangerschap het geval, noteert het RIVM ook nog.
---
Opmerking: de vijfde alinea van de feiten werd geherfomuleerd om meer statistieke duidelijkheid te scheppen. Er werd ook een bijkomende link van Health Feedback toegevoegd.
Links:
Facebookpost II (gearchiveerd)
Studie in New England Journal of Medicine (gearchiveerd)
Over v-safe pregnancy registry (CDC) (gearchiveerd)
Studie The Lancet over miskramen (gearchiveerd)
Planned Parenthood over miskramen (gearchiveerd)
Science Direct over miskramen (gearchiveerd)
Hoge Gezondheidsraad aanbeveling coronavaccinatie zwangere vrouwen (gearchiveerd)
CDC inenting tijdens zwangerschap (gearchiveerd)
Contact met het dpa-feitencheckteam: factcheck-belgium@dpa.com